HISTORIEK

J U N I O R   C L U B  R E V I V A L

HISTORIEK VAN HET ORKEST ‘JUNIOR CLUB RONSE’


Aan de vooravond van de donkere oorlogsjaren werd in april 1940 door enkele Ronsische optimisten een nieuwe jeugdvereniging gesticht: de ‘Junior Club’. Het doel was om de plaatselijke jeugd te verenigen en plezier te laten beleven door het organiseren van dans – en muziekavonden, feesten, tafeltennis, kamperen met picknicks enz….


Dit gebeurde onder initiatief van Simonne Carton, Pierre Bellinck, Fernand en Lucien Deloose en Gilbert Scherpings.


Door de oorlog was de start niet evident. Het eerste feest van de Junior Club , geprogrammeerd voor 20 april 1941 in de dancing ‘Palace’ op de Kluis werd reeds verboden door de Duitse bezetter.


Door de bezetting was het moeilijk om enige activiteit voor de jeugd te organiseren en werden de activiteiten tijdelijk stopgezet. Pas na het einde van de oorlog in 1944 kon de Junior Club een echte doorstart maken.


De ‘Junior Club Ronse ‘ bestond uit verschillende secties. Zo waren er de secties tafeltennis, orkest en vermaak.


De sectie ‘orkest’ zag het licht toen Etienne Verschueren, lid en dirigent van de formatie ‘Eddy Show-orkest’ zijn legerdienst moest gaan vervullen en menig muzikant op dat ogenblik zonder orkest kwam te staan. Onder initiatief van José De Wolf, Fernand Deloose en Roland De Baets werd in 1947-1948 een orkest opgericht binnen de jeugdvereniging ‘Junior Club’.


Reeds in 1948 verzorgden ze een eerste optreden in dancing ‘Harmonie’ in Ronse.


Toen ze in 1950 gecontacteerd werden door Jan Vanmeerhaeghe , de nieuwe uitbater van dancing ‘Palace’ op de Kluisberg, kwam alles in een stroomversnelling. Algauw trad het orkest op in het ganse land, zelfs tot in Noord-Frankrijk. Het aantal optredens steeg van 34 in 1949 tot 79 in 1958, met daarboven op de activiteiten van het orkest in de ‘Palace’ waar ze elke zondag en feestdag optraden vanaf Pasen tot na de winterkermis in oktober.


Het hoogtepunt kwam in 1952 toen het orkest laureaat werd van het ‘Internationaal Jazz-festival’ georganiseerd door de ‘Hot Club de Belgique’ in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel. Op hetzelfde festival veroverde de toenmalige dirigent van de Junior Club, Roland Cardon, de eerste prijs als sax-sopraan. Bij die gelegenheid wijdde de BRT-radio een uitzending aan Jazz, waar de ‘Junior Club’ met lof werd overladen.


Kort nadien volgden de eerste opnames. Het orkest speelde vooral wat men nu ‘covers’ zou noemen, in het bijzonder covers van het orkest ‘The Chackachas’ dat bekend stond om zijn typische Zuid-Amerikaanse muziek.


In 1950 bestond het orkest uit volgende leden:


Roland De Baets op tenor-sax, Denis Cardon op eerste alto-sax, Gomar D’Holieslaeger op tweede alto-sax, Maurice Jouret op trombone, Léon Plume op trompet, Roger Torque op piano, Maurice Vanden Bossche op contrabas, viool en gitaar, en José De Wolf op drums en percussie.


Zoals in elk orkest was er nu en dan wel wat verloop. In de loop der jaren maakten ook André Geenens (accordeon en sax), José Plume (tenor-sax), Daniël Bogaert (bariton-sax) en Christiaan Risack (trompet en trombone) deel van het orkest.


De zang werd in de beginperiode vooral verzorgd door José De Wolf samen met de zangeressen Jenny Durant en Mady Lassaux. Vanaf 1962 kwamen Jonny en Joseane Verledens als zanger/gitarist en zangeres de formatie versterken.


De directie van het orkest lag initiëel bij Roland De Baets, later opgevolgd door Roland Cardon, Léon Plume en Denis Cardon.


De opkomst van de Rock & Roll lag aan de basis van het teloorgaan van het orkest de ‘Junior Club’. De kleinere en dus ook goedkopere rockorkesten overspoelden de markt. Er was geen plaats meer voor de grote dansorkesten. Op 1 juni 1965 werd het orkest ontbonden.


Later volgden nog enkele sporadische optredens in ‘bigbandformatie’, in Ronse o.a. in 1977 op de Montmartre-feesten en nog enkele jaren later ter gelegenheid van het bal van burgemeester Robert Van Winghene. Aan deze optredens werkten ook enkele groten der hedendaagse Belgische Jazz-muziek mee, met name Serge Plume (zoon van José) op trompet en ook Marc Godfroid op trombone.


Tot daar de historiek van het enige, echte orkest ‘The Junior Club’.






(met dank aan Marc Decrits en de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Ronse)